
Die psychologe had maar aangeklooid.
Een nieuwe therapeut diende zich aan.
Scherpzinnig, slim, een echte Freudiaan
die in mijn tasje gluurde, als verstrooid.
Bij hem heb mijn mannen neergegooid.
Reptielenman en Arend, kapelaan,
zoveel verliefdheden had ik te gaan.
Ze waren steeds mijn vader, volgens Freud.
Ik had het therapeutisch niet verwacht:
’k werd weer verliefd, nu op de psychiater.
Dat heet een positieve overdracht.
Ik ging gedichten schrijven, want het klopt:
de creativiteit stroomt weer als water
door goede therapie. Nooit meer gestopt.
View My Stats
Beste Patty,
BeantwoordenVerwijderenLeuk sonnet. Het woordje ik lijkt weggevallen in strofe 2: Bij hem heb ik mijn mannen neergegooid.
Groet!