Een heidens feest omdat de dagen lengen. Germanen stookten vuren, hun nazaten kregen een Kindeke. Kaninefaten (kantinebazen, zegt mijn spelling streng en
terecht) moesten gekerstend. ’t Mocht niet baten. Een kreeft koken is als een offer brengen en Bacchus maant ons een Grand Cru te plengen. We moeten kopen, eten, godverlaten.
Dan is het kerst. Het moeten is verstomd. Het is zo stil. We kijken elkaar aan. Een ver geknal voorspelt: het Oudjaar komt.
Straks moeten we weer flappen bakken, drinken, ons beteren, de hele bulderbaan. Maar nu de stilte even laten klinken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten