Zijn vader had een tjalk, de Nooitgedacht, vervoerde zand en grind, raakte van streek als hij niet naar de Westertoren keek. Het kroost hielp met het lossen van de vracht.
Vijf zoons, twee dochters werden grootgebracht. Het schip lag overal in vaart of kreek zodat een school vaak onbereikbaar bleek. Ze sliepen in ‘t vooronder in de nacht.
Het schip lag nu aan wal, het ruim verbouwd. In ’t roefje woonde Arie’s zus, getrouwd, twee kleintjes. Nooit een huis gekregen en
die roef mat drie bij drie. Ik was ontzet. Maar Arie zei: “Waarover heb je het? Daar woonden we ooit met zijn negenen!”
Op de foto Arie met ouders en drie van de zeven kinderen, een dagje varen op de Alkmaarder Meer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten