Hij fluit naar alle vrouwen, ook al zijn
ze oud en grijs, hij kweelt zijn macho lied.
Toch blijft hij eenzaam, de kanariepiet.
Geen popje nadert op zijn liedekijn.
Hij fluit naar mannen, ’t wordt een droeve drein,
valt van zijn stokje (mijngas zie je niet).
De kompels rennen weg van ’t antraciet.
Vlak achter ze ontploft de kolenmijn.
Zo kwamen heel wat zangers om het leven.
Golden Throat Desmond was zo’n pietje
In Yorkshire heeft hij ooit de geest gegeven.
Terwijl de miners vluchtten voor het gas
bleef zijn baas Edward achter, zong een liedje*
bij zijn kanarie die gestorven was.
* Edward Vilmore zong ‘A jitterbug’s lullaby’:
Little jitterbug, don't cry,
you'll be swinging by and by.
You are just a tiny tod
and untill you grow a lot
your rattle will have to do.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten