zaterdag, september 27, 2008

De ezel

Bij Winterswijk zijn we aan het kamperen.
Een sperwer stuntvliegt boven onze tent.
Zoiets noemt men een ‘kwaliteitsmoment.’
Het voelt net als geluk. En dan passeren

twee mannen en een ezel met een leren
rugdekje, lastdier met het kampement.
Ze zoeken ’t mooiste grasveld voor Clement
zodat hij rusten kan en foerageren.

De avond valt. Clement is uitgespannen
en rolt door klaver. Aanloop bij de mannen:
hun vrouwen met een zuigeling erbij.

Ik voel me vredig, zie een ster die pinkt.
Een koe loeit in de wei, de baby drinkt.
De kerststal komt opeens wel erg dichtbij.









View My Stats

maandag, september 22, 2008

De buizerd


De vrome vogel bidt voor ieder maal.
Hoog in het blauw laat hij zijn vlerken trillen.
Hij ziet de muizen, die van angst al rillen
voor gratis vliegles, kort en terminaal.

Hij kraakt hun kopje als een eierschaal
en voelt het zachte bontlijfje verkillen.
Nog even ’t diertje op een oor na villen
en toetasten voor een klein bacchanaal.

De buizerd is een rover die frequent
zijn klauwen boort in fietsers, trimmers,
zelfs in een motorrijdende agent.

“Pas op voor buizerds!” maant Staatsbosbeheer.
Men wist het niet, hij was in Holland immers
bijna verdwenen. Maar hij is er weer.








View My Stats

zondag, september 21, 2008

Verpletterend


Er is een dier dat kop noch poten heeft.
Toch was ’t beschavingsfactor nummer 1 en
men noemt het paard (voorzien van hoofd en benen).
De tractor heeft het paard voorbijgestreefd.

Ooit was hij last- en trekdier, strijdros, dreef ‘t
gemaal aan, dorste, draaide molenstenen.
Die schone motor is helaas verdwenen,
katalysator voor elk volk dat leeft.

Spitsuur. Haast tachtigduizend paarden deden
rond achttientachtig in Parijs hun werk
en trokken koets of kar naar kroeg of kerk.

Het kruispunt bij Montmartre stond bekend
als ‘Carrefour des écrassés’. Gemend
werd er toen even slecht als nu gereden.









View My Stats