donderdag, december 29, 2011

nieuwjaarsgedicht Renkum



Als dorpsdichter van de gemeente Renkum moest er natuurlijk ook een nieuwjaarsgedicht geschreven worden. Er staan nogal wat landelijk onbekende gebeurtenissen uit het afgelopen jaar in. Het Renkums Beekdal is een miljoenenproject, waarbij een heel industrieterrein is gesloopt, afgegraven en aan de natuur wordt teruggegeven. Helaas liep het project vertraging op omdat er een brisantbom van operatie Market Garden werd gevonden en er naar meer bommen moest worden gespeurd. Maar de eerste hertensporen zijn er al gesignaleerd. Bij de Reijerscamp (Wolfheze) is een nieuw ecoduct voor wilde zwijnen van de Hoge Veluwe gekomen. De zoon van burgemeester Gebben deed mee aan een wedstrijd waarbij de diensten van een butler voor een week konden worden gewonnen - én hij won de butler. Zijn vader sprak zoon streng toe: de butler moest ingezet worden voor goede doelen. Zo kookte deze een diner voor inwoners onder de armoedegrens, vertroetelde de inwoners van een bejaardenhuis met een high tea e.d.
Doorwerthse Meisjes zijn een soort Arnhemse meisjes en Renkumse Ringen zijn spritskoeken naar een oud, recent teruggevonden recept. En de bosuil,die hoor ik gewoon 's nachts buiten het raam van mijn werkkamer klagen.

Nieuwjaarsgewijs

Recessie heerst en China grijpt de macht.
De euro wankelt, beurzen lijden pijn.
Maar Renkum heeft een industrieterrein
gesloopt en weer tot Beekdal teruggebracht.

Ons erfgoed wordt naar ’t buitenland verpacht
en aandrang in een sprinter is niet fijn.
Maar bij de Rijerscamp rent een wild zwijn,
in Doorwerth klaagt een bosuil in de nacht.

Voornemens horen bij het nieuwe jaar:
laat dicht die krant, de kijkbuis afgezet
Geen butler, maar het bos staat voor je klaar.

De goudvink trillert zorgeloos zijn wijsje.
Daarna een glühwein of een koffie met
Renkumse Ringen of een Doorwerths Meisje.

Patty Scholten
Dorpsdichter Renkum



View My Stats

woensdag, december 28, 2011

Nieuwjaarswens



Het ontwerp is van striptekenaar en politieman Jan Bogerts




View My Stats

woensdag, december 07, 2011

snorkelen in Egypte

 

 

 

 

 

 

 


Een weekje weggeweest naar Marsa Alam in Egypte. Hotel Gorgonia Beach ligt in het beschermde natuurreservaat Wadi El Gimal. Op het terrein van het hotel woont een paartje zeearenden, dat elke dag druk was met vis vangen uit de zee. En ik was druk bezig met roggen en koffervissen begroeten en bruin worden. Ik kan er weer even tegen.



View My Stats
Posted by Picasa

vrijdag, november 18, 2011

Quiz Het leven is vurrukkulluk


Vandaag zou ik in de Dierense bibliotheek gedichte over vurrukkulluk eten voorlezen bij een vurrukkulluk diner. Ook had ik een multiple choice quiz gemaakt over het boek van Remco Campers. Helaas ging het diner niet door wegens te weinig belangstelling. Maar wellicht zijn hier lezers die graag literair quizzen. Onder de goede in zenders verloot ik een dichtbundel met eetgedichten.

Multiple Choice Quiz over Het leven is verrukkulluk van Remco Campert

Zoek de goede antwoorden:
1 Waar keken de tachtigers naar? (pag. 9)
a) ttwinkelen
b) ’t rinkelen
c) ’t blinkelen

2 Het tijdschrift De Waterjuffer dat de retiradejuffrouw las, was een vakblad voor (pag.19)
a) duikers
b) naturisten
c) dames

3 Aan welke cocktail was Boelie verslaafd? (pag.47)
a) Thunderball
b) Thunderclap
c) Thundestorm

4 Welke muziek mocht niet gespeeld worden in Billy’s Bar? (Pag. 70)
a)Jazz
b)Vogeltjeswals
c)Klassiek

5 Bij de buren speelde men op de piano: (pag. 90)
a) Beethoven
b) Chopin
c)Scriabin

6 Pieter zoon van oom Jan uit Brussel was (pag. 99)
a) Straaljagerpiloot
b) Loodgieter
c) Trambestuurder

7 Het telegramadres van de Vereniging tot Bescherming van Minderjarige Meisjes was: (pag.101)
a) VerBMM
b) BeMinM
c) MinMei


8 Op weg naar Parijs bleef Menno’s auto steken in (pag. 110)
a) Rotterdam
b) Delft
c) Sint-Job-in-‘t-Goor

9 Wat voor auto had Mees?(pag. 117)
a) 2CV
b) R4
c) Daf

10 Wat zocht Etta in het huis van de Veninga’s? (pag. 135)
a) Spanning
b) Haar breinaalden
c) Rust




View My Stats

vrijdag, oktober 28, 2011

De winkel van Wolfheze



Het dorp Wolfheze kent maar één winkel: de stationswinkel. Daar kopen de bewoners hun boerenkarnemelk, postzegels en brood, de treinreizigers hun kaartjes, de psychiatrische patiënten van de Gelders Roos hun aftershave, pleisters of rookwaar.

In Amerika was ik al gek op winkels (meestal bij benzinestations) die werkelijk alles verkopen, van medicijnen tot lieslaarzen of maden voor de sportvissers.
Als dorpsdichter moest ik wel een klein eerbetoon wijden aan de eigenaar Hans Bennink, die nu zijn winkel aan anderen overdoet en ermee stopt. Met verbazing en bewondering zag ik hem de patiënten met eindeloos geduld helpen met boodschappen uitzoeken en inpakken (hij had in de jeugdzorg gewerkt), al poepte er wel eens een meisje op de grond voor de toonbank.
De nieuwe eigenaren zij meteen aan het verbouwen gegaan. Dus een van onze laatste winkels van Sinkel zal ook opstuwen in de vaart der volkeren en wellicht een enge supermarkt worden.

De winkel van Wolfheze

Een winkeltje in het stationsgebouw.
Het is Hans Bennink op het lijf geschreven.
Een kaartje voor de trein van kwart voor zeven,
Een man gluurt rond naar pillen, een stuk touw

maar pakt dan after-shave, een bus cacao,
vereisten die hij al heeft neergeschreven.
Patiënten moeten voortgaan met hun leven,
Hans helpt met ordenen en met gesjouw.

'’t Is mooi geweest.’ Hans Bennink zegt vaarwel.
De Sinkel winkel krijgt twee nieuwe bazen.
Maar knienenkeutels, ‘t Monopolyspel,

’t Wolfhezer bittertje en de olijven,
De boerenkarnemelk, potten en vazen
met bloemen voor de deur, die moeten blijven.






View My Stats

vrijdag, oktober 14, 2011

Tijd is niks. Plaats bestaat.


 
 
 

Deze regel uit een gedicht van Eva Gerlach is de titel geworden van een bundel met 38 gedichten met natuurfoto's, die Natuurmonumenten heeft uitgegeven voor een bijzondere fietsroute door de natuur van de Zuidwest Veluwe. Een fietskaart is achterin bijgesloten. waarop aangegeven de plekken waar een gedicht gelezen dient te worden (en de natuur bekeken).
De gedichten - door de dichters zelf voorgelezen - zijn te beluisteren op de site van Natuurmonumenten:

http://www.natuurmonumenten.nl/content/test-poezie

Mijn gedicht over de Wodanseiken in Wolfheze kun je horen door op nummer 23 te klikken.

Een Wodanseik spreekt

Nee, Wodan heb ik niet gekend. Van Ingen
en Mesdag, Mauve, Bilders ken ik goed en
ik mocht ze hier herhaaldelijk ontmoeten,
terwijl ze werkten aan hun tekeningen.

Het Gelders Barbizon in schilderskringen.
Omringd door heide waar de blaarkop wroet en
een hazelworm vlucht op verloren voeten.
De beek waar soms ranonkels openspringen.

Hier staan de eeuwen. Langzaam word ik oud,
stram en vol littekens, een jammerhout,
soms toch met jonge scheuten begenadigd.

Mijn ledematen knoestig, schots en scheef,
mijn bast door bliksem, storm en wind beschadigd.
Dat maakt me allemaal niet uit. Ik leef.

Zondag 9 oktober was de feestelijke presentatie in de Werkschuur van Natuurmonumenten in Oud Reemst, met veel aanwezige dichters én boswachters. Jacques en ik hadden Co Woudsma meegenmomen, die ook een gedicht voor het boek leverde:
'De beken' (op nummer 34). Tot mijn plezier was ook mijn oude vriend (niet zó oud, maar ik ken hem al mijn hele leven) A.L. Snijders aanwezig: hij schreef het voorwoord. AFdH Uitgevers hebben de bundel prachtig vorm- en uitgegeven.

Op de eerste foto staan Co en ik te praten met Adinda Crans, de samenstelster. Op de tweede foto zijn A.L. Snijders en ik jeugdherinneringen aan het ophalen. Er moest natuurlijk ook (in de regen) gewandeld worden, op de derde foto.



View My Stats
Posted by Picasa

woensdag, oktober 12, 2011

Opa op de tandem

 

 


Een ansichtkaart die opa Ben Geijsel stuurde aan zijn geliefde Zerline van Uffelen. Vol handtekeningen van beroemdheden uit die tijd zoals C.E.Buziau, Hans Kaart, Willy van Hemert. Maar ook (nu) onbekenden als P.C. Kwadijk, Chr, v.d. Voort, Alma Arymskaja en vooral La belle Ninou...?
Het gezelschap maakte een reisje naar Helvoirt op de tandem en ze logeerden in hotel "De zwaan" te Oisterwijk.



View My Stats
Posted by Picasa

zaterdag, oktober 08, 2011

Afscheid Emile Brugman

 

 

 

 

 


Gisteren nam Emile Brugman, oprichter en direkteur van uitgeverij Atlas, afscheid. Er was een hele bus met Belgische auteurs gekomen, zoals Geert van Istendael, Bernard Dewulf e.d. en ook Redmond O'Hanlon met zijn gade was er, uiteraard Geert Mak, Mensje van Keulen, eigenlijk iedereen (zie foto's). We zullen Emile gaan missen. Ook verscheen er een speciale uitgave van het literaire tijdschrift Atlas met herinneringen van auteurs aan Emile en Ellen.


View My Stats
Posted by Picasa

zondag, september 25, 2011

VREEMDE WEZENS



Een bloemlezing uit Boek II van Der Naturen Bloeme - Jacob van Maerlant



Vreemde wezens

Sint Paulus was de eerste kluizenaar.
Hieronymus heeft uitgebreid beschreven
hoe Sint Antonius door woeste dreven
op pad ging naar de heremiet aldaar.

Hij zocht hem in zijn eenzaam leven op.
In ’t woud kwam hem een wezen tegemoet en
dat liep –zeer wonderlijk- op geitenvoeten
en had twee bokkenhorens op zijn kop.

‘Ik ben de bode van mijn metgezellen
en net als gij een sterflijk creatuur’,
zo sprak het wezen volgens de schriftuur
die Sint Hieronymus wist op te stellen.

‘Ik vraag u: bid voor mij en voor de mijnen
Tot God, die kwam voor ’s mensen zaligheid.
Wij willen immers daarvan het profijt.
Het eeuwig leven moet ook ons beschijnen.

Nu schijnt het, volgens deze schone woorden
van Sint Hieronymus, dat in dit land
aan deze wezens rede en verstand
-zoals wij mensen kennen- toebehoorden.

Maar nee, ik zeg u: het is enkel schijn
dat zulke beestmensen van Adam stammen,
met bokkenpoten, horens als van rammen.
Al hebben ze iets menselijks, ze zijn

niet met een ziel bedeeld. Maar ’t is geen wonder
dat als beestachtigen zo op de man
gelijken, ze van binnen ook zijn van
subtielere materie, echter zonder

een ziel die nimmer zal verloren gaan.
Dit hebbende gezegd in ’t algemeen,
Beschrijf ik nu die wezens een voor een.
Hoor mijn relaas van wonderwezens aan:


Bij Jacob van Vitry wordt er beschreven
een streek als Amazonia bekend,
(die is gelegen in de Oriënt)
waar ruim tweehonderdduizend vrouwen leven.

Ze wonen zonder mannen in hun land.
Als ze een poos hun land uit gaan vanwege
gevechten die ze winnen met veel zege,
buigen de mannen vol ontzag in ’t zand.

En zo ontmoeten man en vrouw elkaar.
De vrouwen blijven dan een poosje bij ze,
ontvangen er een kind op deze wijze,
niet vaker echter dan één keer per jaar.

Als ze, weer thuis, een kind hebben gebaard
en ’t is een jongetje, blijft hij tot zeven,
waarna hij aan zijn pa wordt teruggegeven.
Zo blijft hun land van mannen gevrijwaard.

Een meisje houden ze, want deze vrouwen
zijn sterker dan de mannen en hier strekt
de roofvogel tot voorbeeld, kromgebekt,
waar wijfjes ook hun heerschappij ontvouwen.

Dat heeft een reden. Want zo’n sterke aard
weerstaat onkuisheid, die de kracht verdrijft,
zodat men op de rechte route blijft.
Omtrent de amazones wordt verklaard

dat ze ooit woonden in het verre Zweden.
Hun mannen werden in de strijd verslagen
en uitgeroeid, tot aan ouden van dagen.
De vrouwen wreekten ‘t grote leed en

doodden de vijanden, van haat vervuld en
vertrokken toen naar Amazonia.
De vrouwen zwoeren om nooit meer daarna
de macht van mannen over zich te dulden:

de reden dat men er geen mannen vindt.
De koene Amazones zijn degenen
die met ons vochten tegen Saracenen.
Ze zijn de christenen heel welgezind.

We lezen het bij Sint Jeronimus:
er is een een wonderbaarlijk volk gevonden
waar mensen hoofden hebben als van honden.
Ze hebben lange kromme klauwen, plus

hun lichaam is bedekt met beestenvellen.
Ze spreken niet, maar blaffen. Bovendien
is er een ander raadselvolk gezien
dat het met zulk een kleine mond moet stellen

dat voedsel door een rietje wordt geleid.
Een volk van menseneters, naar wij horen
kan mensen met hun scherpe neus opsporen.
Alleen bij een rivier raakt men ‘t spoor kwijt.

De wezens welke Aspirami heten
(cyclopen noemt men ze in het Latijn)
Bezitten slechts één oog, eer groot dan klein
Dat midden in hun voorhoofd is gezeten.

Een volk helaas, heeft slechts één voet.
Die voet schijnt wonderbaarlijk groot te zijn
en dient als scherm bij felle zonneschijn
als hij van ’t vele hoppen rusten moet.

Er zijn ook lui – vertrouw me en geloof ‘t -
met ogen in hun schouders. In hun borst
twee gaten voor de neus en mond: geschorst
is bij die gruwelijke wezens ’t hoofd.

Uitsluitend van de geur van appels leven
de mensen die nooit eten. Naar verluidt
draagt men op reis een appel voor zich uit
want ruiken ze, al is het maar heel even

iets anders, vallen ze ter plekke dood.
In India ziet men soms wildemannen
met zwijnenharen die hun lijf omspannen.
Ze briesen of ze stieren zijn in nood.

In een rivier verwijlen schone wijven.
Helaas is er iets akeligs met hun mond:
die staat vol tanden, net als bij een hond.
Terwijl ook de Pygmeeën hier verblijven.

Men zag nog nooit een volk dat kleiner was,
wonend in ‘t Indiaas gebergte daar en
ze kunnen al met drie jaar baby’s baren.
Met acht jaar zijn ze oud. Dat mensenras,

vecht fel met kraanvogels die ’s morgens vroeg
de oogsten pikken van hun akkerweiden.
Het schijnt dat er in lang vervlogen tijden
ergens een volk leefde dat staarten droeg.

In India vindt men ook mensen waar
des nachts hun ogen flonkerend oplichten.
Als ze hun helle blik dan op je richten,
schijnen twee kaarsjes in een kandelaar.

Vitry zegt: in Europa ligt een land,
als daar een moeder baart, is er een stoorlijn:
er komt een pad steeds vóór het kind tevoorschijn.
Komt er alleen een kind, is dat gênant

want dat betekent dat ze vreemd ging vrijen.
Haar man is niet de wettelijke vader.
Helaas, een vreemde minnaar is de dader.
De streek waar dit gebeurt, is Lombardije.

Sicilië nochtans, heeft een groot woud
vlakbij de berg die vuur en lava baart;
De Etna heet die op de wereldkaart.
Het volk dat zich daar staande houdt

heeft maar één oog, groot als een schild
en het zijn lui die langer zijn dan bomen.
Slechts vlees en bloed wordt in de mond genomen.
Ze zijn boosaardig, schrikaanjagend wild.

Veel wondervolken, vreemde creaturen
heb ik in dit boek voor u opgeschreven.
Hoe al die vreemde wezens zijn en leven
las ik in veel betrouwbare schrifturen.

Ikzelf weet, dat ik eerlijk ben geweest en
niets dan de waarheid voor u heb geduid.
Of u ’t gelooft of niet, maakt mij niets uit.
We gaan nu verder met het boek der beesten.


View My Stats

dinsdag, september 20, 2011

PRINSJESDAG 2011

Gouden koetspaarden

Acht stoere ruinen van zwartglanzend git
trekken gedwee de gulden bonbonnière,
die deint achter hun forse derrière.
Ze dansen bijna, vlokkend om hun bit.

Gelderse paarden, bles en benen wit.
Het ras is braaf, werkwillig (tot dusverre),
heeft niet van dat antiautoritaire
(een paard is immers anti autorit).

Ze oefenden op ’t strand de dag daarvoor, waar
ze rondstapten door rook, geschreeuw, muziek.
De paarden draafden verder, onverstoorbaar.

Een schoonmaker veegt mest die is gemorst
en krijgt applaus van toekijkend publiek
Hij buigt, werpt kushanden. Hij is de vorst.


Patty Scholten (1946)
uit: Noem mij dier (2009)


Vandaag staat dit gedicht op de Coster site. De Coster site is opgezet door vrijwilligers van de KB en schenkt u elke dag gratis een gedicht per email. Altijd met informatie over de dichter erbij en vaak met leuke links naar actualiteiten in de poëziewereld. (Gratis) abonneren dus! Het is heerlijk om de dag te beginnen met een gedicht, van Kneppelhout tot Knibbe:

http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l

zondag, september 04, 2011

Airborne 2011

 

 

 

 

 

 


Vandaag was dan eindelijk het embargo opgeheven dat op mijn Airborne gedicht én op het bronzen beeld van Fransje Povel-Speleers rustte: het was 3 september, de dag van de 65ste Airborne wandeling en herdenking van de Slag om Arnhem.
Dat embargo was nogal lastig, want eerst maakte ik een gedicht over een heel ander beeld en een ander beeldhouwer: iedereen deed zo geheimzinnig over het te onthullen beeld! Het stelt een soldaat voor met een meisje, dat een zonnebloem gaat brengen op het graf van een gesneuvelde soldaat op de Airborne Cemetary in Oosterbeek. De kunstenares is Fransje Povel-Speleers. Mijn gedicht stond in een mooi boekje dat aan iedereen werd uitgereikt en het komt nog in de krant:

Soldaat met bloemenmeisje

De oude oorlog kleeft nog aan het heden.
Tienduizenden volgen de weg terug,
lopen beblaard, maar met een rechte rug
de route waar zo hard om is gestreden.

De Airborne landingsplaats, waar lang geleden
soldaten vochten, sneuvelden. Maar stug
verdedigden zij de té verre brug.
Wij eren nu hun offers in ’t verleden.

Onthuld wordt Fransje Povel’s beeldhouwwerk:
een meisje loopt met een soldaat in pas,
een zonnebloem meedragend, naar een zerk.

Ons land verdedigd op het scherpst der snede
door strijders die nu rusten in vreemd gras.
Zij – dankzij al die doden - kind van vrede.


Op de eerste foto zijn militairen zich achter het Airborne Museum in Oosterbeek aan het verklededen voor de Airborne mars. Op de tweede foto krijg ik een complimentje over mijn gedicht van wethouder Heinrich. Er was nog maar één veteraan gekomen: Johnny Peters, die het figuratieve, bronzen beeld onthulde en op de vierde foto een Engelse vertaling van mijn gedicht staat te lezen, gemaakt door Jesse van Muijlwijk (die Haiku's schrijft en de maker is van de strip De rechter in de GPD-kranten). Hij woont in Canada en hier is zijn Canadese vertaling van mijn gedicht:

Soldier with flower girl

The old war is still tangible today.
Tens of thousands are following the track,
with blistered feet, still with a straight back
the road that took its heavy pay.

The Airborne landing site, where long ago fought
and died the soldiers – but tough in war
defending the bridge – the bridge too far.
We honor now their sacrifices brought.

Unveiled is Fransje Povel’s work of art:
a girl accompanies a soldier’s march,
carrying a sunflower, towards a graveyard.

Our land defended during times so wild
by soldiers resting now in foreign grass.
She – thanks to those deceased – of peace a child.


Een url van de foto pagina over het tot stand komen van het beeld van Fransje Povel-Speleers staat hier:

http://www.povel-speleers.nl


















View My Stats
Posted by Picasa

vrijdag, augustus 05, 2011

Opa teruggevonden in Voorwaarts!

Concert in het Park.

Het programma vande muziekuitvoering, te geven door het Harmonie-Orkest van het Rotterdamse Philharmonisch Genootschap op Zondag 20 Juli in het Park van 3 tot 5 uur, onder leiding van den heer Ben Geijsel, luidt als volgt:
1. Castaldo Marsch. F. Novatjeck;
2. Ouverture Preciosa, C.M. v. Weber;
3. Ich liebe dich Walzer, E. Waldteufel:
4. Ballet Egyptien, A. Luigini;
5. Ouverture „Die Regimentstochter", F. Donnizetti;
6. Czardas aus Der Geist des Woywoden, G. Grossmann;
7. Fantaisie Paljas, arr. A. Seidel, R.Leonvall
8. Manhattan Beauh, Marsch, J. Ph.


Vreemde muziek speelden ze vroeger...

(Deze aankondiging vond ik in het Sociaaldemocratisch Dagblad Voowaarts, 17 juli 1924.

Op de site van het Couperus Genootschap las ik trouwens in een lezing die Maarten Klein gaf op 22 april 2007 in de Waalse Kerk in Den Haag, ook Couperus een concert van Ben Geijsel bezocht heeft:
De opvoering staat onder leiding van Albert van Raalte (1890-1952), de man die na de Tweede Wereldoorlog het Radio Filharmonisch Orkest heeft opgericht, of van Ben Geijsel, van wie ik alleen heb kunnen achterhalen dat hij muziek geschreven heeft voor de film Amerikaansche meisjes met onder meer Louis Davids.

Ja, opa componeerde de filmmuziek voor Amerikaansche meisjes in 1918. Ook deze film is nergens meer te vinden. Hoe kan een hele speelfilm zomaar verdwijnen..? Ik zal het filmmuseum eens aanschrijven


View My Stats

maandag, juli 18, 2011

Oma Geijsel

 

 

Twee mooie artiestenfoto's van mijn oma Catharina Geijsel-Gestman, operazangeres en getrouwd met Ben Geijsel, de General Tonmeister van de Duitse Reichsrundfunk voor de oorlog. Ook in Nederland trad oma regelmatig op.

Ik logeerde heel veel bij haar in Den Haag. Ze gaf toen alleen nog zangles (o.a. aan Bernard Kruysen), Op een zekere dag kleedde oma zich mooi aan, ik mocht mee naar Scheveningen in de open zomertram. Oma was in feeststemming: we gingen naar een kantoor, legde ze uit, waar ze geld zou krijgen. Dit moet een van de eerste keren zijn geweest dat ze AOW kreeg. Lang leve meneer Drees! Daarna was oma iets minder arm.


View My Stats
Posted by Picasa