vrijdag, december 28, 2007

Maakbaarheid



We schiepen Herman, de transgene stier en
een doorkijkkikker vol met doorkijkdril
voor wie het bange hart beloeren wil.
De mens zit met de dieren flink te pieren.

Een rillend naakthondje, behaarde mieren
en koeien die bestaan uit enkel bil.
Een oor groeit op een muis tot een paskwil.
In varkens kweekt men mensgeschikte nieren.

Zelfs scheppers schiepen we in overschot,
eenvoudig als de schepdrop bij Jamin:
Ganesha, Horus, Jaweh, Allah, God.

Biedt dan het dierenrijk geen tegenspel?
Wij werden ooit gebaard door een apin.
De dieren schiepen dus de mens. Jawel.






View My Stats

zondag, december 23, 2007

Nieuwjaarswens


Voor alle bezoekers van mijn blog de beste wensen voor 2008. Ik heb dit jaar een bestaand gedicht genomen voor mijn digitale nieuwjaarswens. De tekening en lay-out is van Erwin Suvaal.











View My Stats

zaterdag, december 08, 2007

Heldentenor



Hij fluit naar alle vrouwen, ook al zijn
ze oud en grijs, hij kweelt zijn macho lied.
Toch blijft hij eenzaam, de kanariepiet.
Geen popje nadert op zijn liedekijn.

Hij fluit naar mannen, ’t wordt een droeve drein,
valt van zijn stokje (mijngas zie je niet).
De kompels rennen weg van ’t antraciet.
Vlak achter ze ontploft de kolenmijn.

Zo kwamen heel wat zangers om het leven.
Golden Throat Desmond was zo’n pietje
In Yorkshire heeft hij ooit de geest gegeven.

Terwijl de miners vluchtten voor het gas
bleef zijn baas Edward achter, zong een liedje*
bij zijn kanarie die gestorven was.


* Edward Vilmore zong ‘A jitterbug’s lullaby’:
Little jitterbug, don't cry,
you'll be swinging by and by.
You are just a tiny tod
and untill you grow a lot
your rattle will have to do.

donderdag, december 06, 2007

Beluga



De Rijn bergt boten, wrakken, baars en blei.
Hij zwom er of hij nooit was weggeweest,
een witte walvis, lachend sprookjesbeest.
Ook Holland kreeg zijn eigen Lorelei.

Zijn naam werd Witte Wietse, Wietske zei
men toen ‘t een zwanger wijfje bleek. Bedeesd
zwom ze langs boten, voelde zich verweesd.
In plaats van spitse bergen krib en klei.

Ze lachte niet meer, werd steeds dunner, droever.
’t Was in de jaren zestig, hippies brandden
wierook en kaarsjes voor haar op de oever.

Ze dwaalde door de IJssel, keerde om
en werd het laatst gezien in onze lage landen
toen ze bij Rotterdam de zee op zwom.
Posted by Picasa

woensdag, november 14, 2007

Dood spelelement



Een doelman schiet niet op het doel, hij moet
zijn walvisnet juist vrijhouden van ballen.
Gestressed springt hij het blauw in, laat zich vallen
op ’t leder dat hij als een kloek behoedt.

En scoren mag niet, slechts met heldenmoed
spitsen omzeilen die hem overvallen,
daarna de bal loeihard naar voren knallen.
Hij schopt de bal hoog uit met vaste voet.

Tien spelers, elf als ik de doelman bij tel,
zien plots een meeuw doodvallen op het veld:
een treffer van de keeper Eddy Treijtel.

Zo’n pechvogel is een ‘dood spelelement’.
En vloog de meeuw mét bal het doel in, telt
dat als een doelpunt, zegt het reglement.

maandag, oktober 08, 2007

Gouden koetspaarden




Acht stoere ruinen van zwartglanzend git
trekken gedwee de gulden bonbonnière,
die deint achter hun forse derrière.
Ze dansen bijna, vlokkend om hun bit.

Gelderse paarden, bles en benen wit.
Het ras is braaf, werkwillig (tot dusverre),
heeft niet van dat antiautoritaire
(een paard is immers anti autorit).

Ze oefenden op ’t strand de dag daarvoor, waar
ze rondstapten door rook, geschreeuw, muziek.
De paarden draafden verder, onverstoorbaar.

Een schoonmaker veegt mest die is gemorst
en krijgt applaus van toekijkend publiek
Hij buigt, werpt kushanden. Hij is de vorst.


donderdag, oktober 04, 2007

Een hapje


Het neusje van de zalm, steur, entrecote,
garnalencocktail, fruit de mer, saté,
tonijnsalade, everzwijnpaté,
reerug, foie gras, rolmops, carré d’agneau.

Andouille de Vire, haggis, ris de veau,
struisvogelbiefstuk, kalfsvleesfricassee,
Sint Jakobsschelpen, parelhoenfilet,
zeeduivel, haas, sardines, escargots.

Teek, lintworm, leeuwen, hoofdluis, schaamluis, kleerluis,
Bengaalse tijger, panter, lammergieren,
Lamprei, haai, alligator, vampiervleermuis.

Tseetseevlieg, pitbull, anaconda, mug,
aarsmade, grizzlybeer en wolf. Die dieren
nemen soms graag een hapje van ons terug.
Posted by Picasa

zondag, september 16, 2007

Grote krijgsheren


Trompetten scheuren. Bergen rukken op.
In wolken stof blijken de bergen dieren:
een leger olifanten uit Kasjmir en
ze zijn geharnast, helmen op hun kop.

De vijand krimpt tot bange ledenpop
voor slurven die met stalen ballen zwieren.
De beesten dragen platforms vol lansieren.
Het Griekse leger vluchtte in galop.

Beviel het ze om zo woest rond te tetteren,
mensen als rijpe pruimen te verpletteren,
hun neus gegroeid als bij Pinokkio?

Misschien was het net zo’n huzarenstukje
als in het circus klimmen op een krukje,
een XXL tutu om hun popo.
Posted by Picasa

woensdag, september 05, 2007

Hansken





Hansken

“Hansken den Olyphant is mynen naem,
In veel Landen heb ick groote faem.”


Zijn neus hangt af tot op zijn lemen voeten.
Het vel van grijs gekreukeld crêpe de chine.
Buit uit Ceylon van Heren Zeventien.
Publiek komt hem begapen en begroeten.

Hij hoorde buikgerommel, machtig toeten.
Hij had nog nooit een olifant gezien
(wat Pliniaanse draakkoppen misschien).
Nu kwam hij hier het fabeldier ontmoeten.

Rembrandt benutte deze buitenkans ten
volle. Hij tekende bevlogen Hansken,
de elastieken slurf, het floddergrijs.

Je kunt zien dat de dikhuid hem bekoorde.
Hij beeldde Hansken daar af waar hij hoorde:
Bij Adam, Eva, in het paradijs.






Posted by Picasa

zaterdag, september 01, 2007

Blafjas


De blafjas

De natneus trok een hondenkar, gekweld
door schoffies, schurft en vlooien, ruwe bazen.
Ook vangt de blafjas inbrekers en hazen,
doet alles voor de mens, zijn grote held.

Op Schiphol snuffelt Sara naar zwart geld
en Saffie zit op rookwaren te azen.
Bij een lawine komt –’t zal niet verbazen -
een kwispelend cognacvat aangesneld.

Argus lag bij de poort, stokoud, vol zweren,
rekte zijn leven door één grote wens:
Odysseus terugzien. Toen kon hij creperen.

Laika ging naar de sterren met wat pens.
Men kon de Spoetnik 2 niet terug doen keren.
Een hond brandt echt van liefde voor de mens.
Posted by Picasa

vrijdag, augustus 24, 2007

Biyadhoo

Titan Trigger fish (niet degene, die in mijn vinnen beet)



Gebande doktersvissen





In augustus ben ik weer op de Malediven geweest. Na twee dagen al was ik vergeten, welke dag het was. Ik had het druk met niets: snorkelen, heremietkrabbetjes en gekko's bestuderen, snorkelen, babyhaaien of een stekelrog in de lagune bekijken, snorkelen, zonsondergangen afwachten, luisteren naar het fluiten van de vliegende honden, slapen.
Meest spectaculaire gebeurtenissen: Ik zag drie grote haaien langs het rif patrouileren en werd aangevallen door een Titan triggerfish, die broeds was. Hij beet me diverse keren, gelukkig in mijn knalgele zwemvinnen. En mijn derde snorkelcamera liep vol water.



Posted by Picasa

vrijdag, juli 13, 2007

De reuzenschildpad Adwaita


Voor Johan Andreas Dèr Mouw

Je lijkt op iemand, en ‘k weet niet op wie.
Of jij de drager van de aarde bent?
Geen flauw idee (misschien een continent).
Calcutta herbergt je menagerie.

Adwaita is je naam, de schildpad die
Oost-Indiëvaarders zelf nog heeft gekend:
tweehonderdvijftig jaar balancement
en stil bioscopeert mijn fantazie.

Tenslotte stierf je. Men behield je schaal en
een koolstofmeting moet nu gaan bepalen
of jij het oudste dier ter wereld was.

Ja, één keer nog zo’n leven overdoen.
Als prins, minister, meid of schorpioen.
Want een Brahmaan herrijst steeds uit zijn as.

woensdag, juni 27, 2007

Second life op Bali



De honden zijn van niemand. Langs het strand
Zoeken ze voedsel, vrijen, blaffen, dreigen.
En als ze van het paren honger krijgen
gaan ze uit eten in een restaurant.

Ik deel mijn eten met zo’n zwerver, want
hij ligt zo hongerig naar spek te hijgen.
De worstjes maakt hij zich snel eigen,
niet etend uit mijn hand, maar uit het zand.

De dienster kijkt afkeurend toe, maar zwijgt.
Voor Hindoes is hij de reïncarnatie
van een slecht mens, die een herkansing krijgt

Ik voer het blafbeest kruimels van mijn bord en
besef: zo vraag ik zelf om dispensatie.
Ik doe dit om geen hond te hoeven worden.


Posted by Picasa

maandag, mei 28, 2007

De dobbepaarden


Tweehonderd griene hynders, onbereden,
hun achterwerk naar ’t water toegewend,
(zo fantaseer je dat je elders bent),
staan schuw bijeen, hun hoofden naar beneden.

Al twintig paarden waren overleden,
toen ze door amazones competent
door zee naar ‘t vasteland werden gemend.
En niemand hield het droog in dorp en steden.

Ons land te nat, te laag, te vol, te klein.
We dromen dat we ergens anders zijn,
geen dicht opeengepakte, bange dieren.

Wie komen ons bij watersnood bevrijden
en zelfverzekerd door het wad aanrijden?
De IJslanders, Ardenners, Arabieren?

vrijdag, mei 25, 2007

Bokito


Bokito mooie aap, Bokito zoet.
Een bundel ongetemde oerwoudkracht.
En toch, je bruine ogen staan zo zacht.
Wat deed je fout met die Lombroso snoet?

Ik druk mijn hand tegen de ruit. Jij doet
hetzelfde aan de binnenkant en lacht,
de zilverrug die altijd op me wacht.
Mensaap en aapmens zijn van eender bloed.

Ze staat er weer, het witte kale wijfje.
Al is mijn harem groot, ze mag erbij.
Kom bij je alfaman, hier hoor en blijf je.

Ons nageslacht zal buitelen en stralen.
Ik trek mijn groetgezicht: Kom nu bij mij.
Ik spring mijn reuzensprong. Ik ga haar halen.*


* De bezoekster had een verbrijzelde hand, een gebroken pols en onderarm en talloze bijtwonden.

donderdag, mei 24, 2007

Lenny de Blenny

Een blenny is een slijmvis, die in een lege kokerworm op de zeebodem leeft:


‘k Woon in een koker en heet Lenny.
Ik ben geen slijmbal maar een blenny.


Neel barbeel

De dame met de sik, dat ben ik. Het is een namelijk een tast-graaf-zoek sik. Ik kronkel ermee over het zand als een soort voelsprieten. Zo zoek ik krabbetjes, wormen en garnalen die zich in het zand verstopt hebben. Als ik zo’n lekker beestje vind, ga ik het met mijn sik opgraven. Ik zwem meestal in een school met andere barbelen en mijn schoolvrienden helpen me graven. Dat gaat makkelijker met zijn allen. Als we het krabbetje of de worm gevonden hebben, moeten we het wel delen, daar ben je ten slotte vrienden voor.
Weet je wat gemeen is? Soms komt er een vreemde vis in onze school mee zwemmen en probeert een garnaaltje dat we uitgraven, af te pikken.

We zijn barbelen, van die gele.
We zullen altijd alles delen.

Een hoofdstuk uit het kinderboek 'Lenny de Blenny' dat deze maand mei bij uitgeverij Nillsson & Lamm verschijnt. Teksten van mij, foto's van de internationaal bekende en bekroonde onderwaterfotograaf Dos Winkel.






Kinderboeken




Pa heeft zijn veren ingevet

en roeit flink met zijn vlerken. Jeetje,

hij krijgt een vaart als een raket.

Een pinguïn is zijn eigen sleetje.



Deze week verschijnen twee kinderboeken van mij (tekst) en Dos en Bertie Winkel (fotografie) bij Nilsson & Lamm. In Knuffie op pad wordt over de omzwervingen van een jonge keizerspinguïn op de zuidpool verteld in versjes (vijfvoetige kwatrijnen met veel dubbelrijm). Dos en Bertie Winkel zijn natuurfotografen met veel boeken en prijzen en internationale exposties op hun naam. Het viel niet mee om bij de unieke, maar statische foto's een verhaal te schrijven, maar ik ben nogal tevreden over het resultaat. Ook biologisch gezien klopt het boekje helemaal. Knuffie wordt in een crèche gestald als zijn ouders uit vissen gaan (inderdaad past dan een vreemde moeder of vader op de kuikens), loopt weg. maakt allerlei avonturen mee, ontmoet mensen en andere pinguinsoorten. En komt tenslotte weer veilig bij zijn ouders terug.






Posted by Picasa

woensdag, maart 14, 2007

Optreden Arnhems 'boekenbal


Op 12 maart was het Arnhemse Boekenbal, dat geen boekenbal mag heten van de CBP en daarom omgedoopt is tot zoiets sufs als 'Literatuur aan de Rijn.' Ik was daar samen met mijn stripcollega Mars Gremmen die op het podium karikaturen van de optredende dichters en schrijvers tekende. Tijdens mijn voordracht (humoristische dierengedichten was het verzoek) tekende hij mij én de dieren waarover ik las. In vijf minuten tijd. Van links naar rondom mij rechts: de dominomus, de leeuw, de koe en verliefde olifanten.
Posted by Picasa

zondag, februari 25, 2007

Recensie Looiedetten op Meander

Patty Scholten - Looiedetten

Niets zachter dan een mens, die optelsom van brekelijke botten…
door Yvonne Broekmans

Looiedetten is de nieuwste dichtbundel van Patty Scholten. Light verse van het goede soort en dus altijd een feestje. Net als in haar vorige bundel Bizonvoeten neemt zij haar lezers mee op reis. Daarbij verandert zij van werelddeel: Amerika wordt Afrika, het ideale werelddeel voor iemand die zo verslingerd is aan dieren en ze zo weergaloos kan portretteren, zou je denken. Het eerste deel heet Kampeerreis door Kenia en Tanzania, en hoe ideaal zo'n reis voor de inspiratie ook mag zijn, de praktische kanten ervan vragen toch om een behoorlijk aanpassingsvermogen. Dat wordt meteen al duidelijk in het eerste gedicht 'De safaritruck', dat eindigt met de regels: 'De dames hurken knus onder de assen/ als we tussen de leeuwen moeten plassen'. Tijdens het verdere verloop van de reis worden alleszins begrijpelijke reacties van de reisgenoten beschreven: de vrouwen gillen of huiveren en de deuren gaan op slot - ook al gaat het om een spinnetje of zijn de leeuwen te verjagen met een belachelijk stokje. De onderlinge verhoudingen binnen de groep, de amoureuze safarikok en een enkele stad die aangedaan wordt, leveren onderwerpen voor de gedichten. Maar zoals verwacht, beheersen de Afrikaanse dieren het leeuwendeel van deze afdeling. Gelukkig maar, want daar vind je juweeltjes, zoals deze beschrijving:

Het kameleon

Reptiel als blauwdruk van een klusjesman.
Een lange, roze rolmaat in zijn bek,
helm op zijn kop, gepantserd spijkerjack,
vier rechterhandjes kunnen er wat van.

Of is het beest een goochelact van plan?
Zijn kleur wisselen in kort bestek,
die kogellagers draaien zeer hightech:
de kleine leermeester van Hans Kazan.

Ik struin door Keniaanse bosjes,
want daar leven deze saurusminiaturen.
Ik pak er een en zet hem op mijn hand.

Terwijl zijn teentjes om mijn vingers sperren
zie ik zijn looiedetten naar mij gluren.
De Afrikaanse nacht is vol met sterren.

Deel twee van deze bundel draagt de titel Gesnorkel en levert een verrassende, nieuwe serie portretten, namelijk die van de waterdieren. Zelfs de onooglijksten komen vol tot leven door de scherpe observatie en de humoristische manier waarop Patty Scholten ze beschrijft en als spiegel laat fungeren.

De zeenaald

Neptunus naaide met die naald zijn knopen.
Geel-zwartgestreept, de staart een rode vlag,
zijn snuit is een trompetje. Op een dag
gaan poorten van Atlantis voor hem open.

Een rijtje eitjes, ogen van cyclopen,
versiert zijn buik. Hij is van 't zelfde slag
als zeepaarden, doet niet aan rolgedrag:
pa hoedt het kroost tot het is uitgekropen.

In 't vissenhuis draai ik me om en zie
- zij in een rolstoel, hij hurkt bij haar knie -
een vader die zijn kind te drinken geeft.

Zij lacht naar hem, haar mondje wit van melk.
De vis en vader vloeien samen, elk
vervuld van zorg om wie hem nodig heeft.

In het derde deel Afscheid zijn we weer in Nederland en nu worden meer mensen geportretteerd dan dieren. Wat hetzelfde blijft is de sonnetvorm, de heldere manier van kijken en de rake typeringen. In dit deel is de humor is nog milder van toon wanneer Patty Scholten met veel inlevingsvermogen de wereld schetst van verzorgingstehuizen, geestelijke en lichamelijke aftakeling. Ontroerend, maar tegelijkertijd heerlijk ontnuchterend, zoals het begin van het sonnet 'Klassieke muziek': 'Het heet misplaatst de recreatiezaal:/ bejaarden recreëren elke dag'.
Ook de gedichten over ouderdom zou je reisgedichten kunnen noemen. Ze zijn geschreven toen Patty Scholten negen maanden huisdichter was van de zorginstelling Heerewegen in Zeist. Het is geen ander werelddeel waar je terechtkomt, maar wel een totaal andere wereld. En zoals het Patty Scholten lukt om je de hitte van Afrika en het koele water te laten voelen, brengt ze ook plaatsen dichterbij - in letterlijke zin zijn ze niet zo ver van ons verwijderd, zoals de winkel in het verzorgingstehuis - en maakt ze tastbaar.

Patty Scholten - Looiedetten Uitgeverij Atlas, Amsterdam; 2006, 60 blz; € 15,-ISBN 10: 9045012499
ISBN 13: 978 90 450 1249 0
Yvonne Broekmans

vrijdag, februari 02, 2007

Prinses Patty en de kikkers


Vooruit, toch maar een stripje van mijn hand. Ik wilde eigenlijk de strips en gedichten gescheiden houden, maar dit is een strip op rijm, gemaakt voor het boek 'Sprookjes in strookjes' van uitgeverij Senoeni. Tekenaars zijn Pieter Hogenbirck en de 3D artist Metin Sevensheaven.

Dit is dus écht light verse. In tegenstelling tot veel H.H. critici vind ik mijn gewone gedichten géén light verses (ze barsten van de metaforen, verschuivingen, overdekkingen enz.,dat doen andere light verse gedichten niet (al eens opgevallen, critici?). Soms zijn ze zelfs ernstig...

Schetsen

Striptekenaar Mars Gremmen maakte deze schetsen van me voor een site over stripmakers in Gelderland. Er staat ook een interviewtje met me bij:
http://stripsingelderland.blogspot.com/2007/01/even-voorstellen-patty-klein.html
(de strips schrijf ik onder Patty Klein, zoals de ingewijden wel weten).

donderdag, januari 25, 2007

Zwemmen of roeien


Echte karetschildpad

Zijn havikssnavel duidt op adeldom.
Kampioen kuilengraver. Daarna gaat
hij door als pingpongballenautomaat
en sleept zich wenend terug naar zee, Dik Trom.

Stom dat hij toen een vissersnet in zwom.
Men bracht hem naar het schildpad reservaat*
waar lacherig publiek hem gadeslaat,
die schoolslagzwemmer met een zwemvest om.

Verlegen toont hij me zijn stugge rug.
Ik kan hem vrijkopen voor eurocenten,
dan mag hij naar de Bali Zee terug.

Zo kan ik hem en mij tevreden stemmen.
Een schildpad is niet altijd traag. Hij rent en
bereikt de zee. Dan zwemmen zwemmen zwemmen.

* http://www.reefseen.com/reefseenturtlehatchery.htm






dinsdag, januari 09, 2007

Het elektrische rif - Pemuteran


De vissers hadden trek en dynamiet.
Er kwamen vissen doodstil bovendrijven
met zilveren, gescheurde zwemblaaslijven.
Een massagraf zoals je zelden ziet.

Onder het blauw lag één groot rampgebied:
het plaatkoraal gecrashte harde schijven,
geen poetsgarnaal zou nog in leven blijven.
Een duizendjarig rijk ging boem failliet.

Op de ruïnes bouwde men structuren:
Zigzag en Manta, Vlinder, bloemfiguren,
brokjes koraal erop, zwakstroom erdoor en

de bloem liegt een Pinoccio gewei,
de manta spitst koralen bloemkooloren.
Er zwemmen jonge vissen naderbij.

zondag, januari 07, 2007

Het elektrische rif












Een mooier plaatje van het elektrische rif (links) waarop de enthousiaste koraalgroei beter te zien is. Het zit er vol klein visgrut: vlagbaarsjes vooral, die naar plankton happen.Er zijn 44 structuren afgezonken bij Pemuteran. Ze dragen exotische namen als Vlinder, Manta, Bloem, de ZigZag, Kroon.


zaterdag, januari 06, 2007

snorkelen op Bali








Pemuteran, een vredig dorpje in het noorden van Bali.

Toch gebeurt hier van alles, zowel boven als onder water. Het rif is er door visserij met dynamiet en cyanide, grotendeeels verwoest (slechts 6% van de Indonesische riffen is nog gezond) en daarom is men er in zee een kunstrif aan het bouwen. Structuren van bamboe en ijzer zijn afgezonken, men bindt er stukjes levend koraal op, leidt er enkele volts zwakstroom door en het koraal groei 4 à 5 keer zo snel als daarvoor. Hier valt er meer over te lezen:
http://www.globalcoral.org/Pemuteran%20Artificial%20Reef%20Project.htm
Op veel andere plaatsen in o.a. de USA, Panama, Thailand is men ook 'electrische riffen' gaan bouwen, het project heeft al veel internationale prijzen gewonnen.
Het kunstrif voor mijn hotel Taman Sari Cottages is pas in 2001 geïnstalleerd en hoe het er eind 2006 uitziet, zie je op de bovenste foto's. Een gedicht erover volgt.