maandag, oktober 13, 2008

De huifkar


Flip trekt de kar, het klikklakt door het bos.
Ik dein achter zijn kont en lees sonnetten
voor twaalf man en een paardenhoofd. De wetten
van rijm en metrum klikken zwierig los.

Wat denkt een fjordenpaard? Dit brave ros
is niet geïnteresseerd in mensenalfabetten.
Zijn zorg is, waar zijn hoeven neer te zetten,
flink trekken en niet glippen over mos.

En nu ga ik voor Flip gedichten lezen
van dobbepaarden, volbloeden die racen.
Híj loopt steeds trager. Dan roept de koetsier:

“Flip trekt het niet meer.” We gaan heuvel op,
dus helpen we hem, duwen in galop.
In harmonie klikklakken mens en dier.









View My Stats

donderdag, oktober 09, 2008

Tunnel Vision

Het is een vaststaand feit, de das gedijt.
Zeshonderd dassentunnels telt ons land.
Voor honderd miljoen staan er nog gepland.
Er dient ‘ontsnipperd’, zegt natuurbeleid.

Dus tunnelt nu de das? Met zekerheid
weet men dat niet. Wel rent, als remplaçant,
een muis of kat vaak naar de overkant
en is de naam tot ‘faunatunnels’ uitgebreid.

Reptielenbuizen, zeggen ambtenaren
zijn vast een aanwinst voor het slangbereik.
Zij spelen Noach, elke soort moet varen.

Faunabeheer is vol van scheppingsdrang.
Elk dier zijn eigen tunnel, dat is ordelijk.
Alleen de mol graaft stug zijn eigen gang.