zondag, juni 27, 2010

Geen woord



Collega’s wisten niets van A.’s verleden,
erover praten vond ik ongepast.
Ik torste zijn geheim – een loden last –,
van iedereen vervreemd en afgesneden.

Zij hadden Arend goed gekend in ’t heden.
Ik, trouw tot na de dood, hield mijn hart vast
dat hij als ex-SS-er werd bekrast,
zodat mijn lippen steeds het woord vermeden.

Recepties, feesten zetten me voor ’t blok
waar ’t oude zeer alle plezier verduisterde,
zodat ik, soms in tranen, vroeg vertrok.

Ik zonderde me af en ging op pad.
Ik groef een kuil in 't riet waarin ik fluisterde
dat koning Midas ezelsoren had.


View My Stats

donderdag, juni 24, 2010

Mijnwerker



Wat goed en kwaad is, bleek in vredestijd.
De kwaden werden snel in kampen opgesloten
en streng bewaakt door goede landgenoten.
Ook Arend zat daar voor zijn foute strijd.

Maar goed en kwaad kent dubbelzinnigheid.
Men ging de mijnbouw voor het land promoten
waarbij men fouten strafverlichting bood en
zij werden snel tot kompel opgeleid.

Het had me altijd al bevreemd dat Arend
als mijnwerker ooit op de zaak kwam met
een goede job. Hij zei, weinig verklarend:

“Er waren tachtig mensen voor die baan.
Maar ja, die kompel wilden ze nou net.”
De direkteur nam de SS-er aan.


View My Stats

maandag, juni 21, 2010

Alles is gezegd



Arend had me verlaten en bedrogen
en door zijn foute keuze had mijn held
’t SS-insigne op mìjn mouw gespeld.
Mijn wereld was verworden tot een loochen.

Ik piekerde me suf met lede ogen.
Hij had me achteraf heel veel verteld,
maar de gegevens steeds verdraaid vermeld.
Hij had maar weinig uit zijn duim gezogen.

Zo ging zijn vader, zei hij, als soldaat
vrijwillig in de boerenoorlog vechten
en heeft daar later nooit over gepraat.

Maar pausbroer zei: mijn pa ging daar niet heen.
Zo moest ik Arend’s raadsels steeds ontvlechten.
Hij was het zelf en niets was wat het scheen.


View My Stats

dinsdag, juni 15, 2010

De goede broer



Zijn broer had op een priesterschool gezeten
- “Mijn broer studeert voor paus” zei Arend ooit -
en had zich daarna tot docent ontplooid.
Hij had ook arendsogen, twee magneten.

Van Arend’s werk had hij geen kaas gegeten,
dus samen hebben wij die klus gerooid,
geschift wat goed was of kon weggegooid.
Ik wilde nu van broerlief alles weten.

Hij had een zwaar en moeilijk leven, Arend,
omdat hij ooit in vreemde krijgsdienst vocht,
vertelde die verdomde paus voortvarend.

Hij dacht misschien dat het me niet zou deren.
Ik wist dat liefhebben nu niet meer mocht:
SS-ers minnen brengt je pek en scheren.


View My Stats

donderdag, juni 10, 2010

Sati



Toen Arend stierf was ik niet triest, maar woest,
vol wrok op wie ik maar schuld aan kon praten.
Op Arend zelf die me plots had verlaten.
Ik belde zelfs zijn huisarts op. Die moest

alerter zijn geweest op Arend’s hoest.
Had hij als arts zoiets niet in de gaten?
Nu denk ik: ik was gek, in alle staten.
De arts deed stekelig, was not amused.

Nog op de uitvaart gistte ik van woede.
Collega’s schoten vol toen ze me zagen.
Ik liet geen traan maar alles schrijnde, bloedde.

In stoet achter de kist. Ik was te laf:
ik had de kist mee willen helpen dragen,
als sati mee afdalen in het graf.


View My Stats

woensdag, juni 02, 2010

Arend sterft



Hij vreesde slechts verval, ontluistering.
Hij wilde in het ziekenhuis niet blijven
Tussen de bange, uitgeteerde lijven
en weigerde elke behandeling.

Niet therapietrouw heet dat, dus hij ging
gewoon naar huis - men moest niet overdrijven -
een borrel drinken en misschien iets schrijven,
totdat hem ’s nachts een longbloeding beving.

Ik belde op. Zijn stem klonk vreemd en zacht.
Het bleek dat ik zijn broer had aan de lijn.
Arend was overleden in de nacht.

Ik haastte me erheen. Men had heel snel
de wereld omgeverfd. De zonneschijn
beet honend naar me, hatelijk en schel.


View My Stats

dinsdag, juni 01, 2010

Vreugde en rouw



De artsen wilden verder onderzoeken.
Bij Arend was een tumor vastgesteld
vertelde hij, toen ik had opgebeld.
Ik was van streek en liep hardop te vloeken.

Ik ging hem in zijn boerderij opzoeken.
Hij bleef zichzelf - nog steeds de stoere held -
Het was geen ramp, werd ik gerustgesteld.
Hij deed me bij een borrel uit de doeken

dat hij niet bang was om te sterven. Bij
het leven hoort de dood, vreugde en rouw.
De rollen keerden om, hij troostte mij.

Zijn handen om mijn hoofd. “Patty, Jij bent
de liefste, fijnste, intelligentste vrouw
die ik ooit in mijn leven heb gekend.”

Illustratie: Alex Grey - Life & Death - 7 faces


View My Stats