maandag, mei 28, 2007

De dobbepaarden


Tweehonderd griene hynders, onbereden,
hun achterwerk naar ’t water toegewend,
(zo fantaseer je dat je elders bent),
staan schuw bijeen, hun hoofden naar beneden.

Al twintig paarden waren overleden,
toen ze door amazones competent
door zee naar ‘t vasteland werden gemend.
En niemand hield het droog in dorp en steden.

Ons land te nat, te laag, te vol, te klein.
We dromen dat we ergens anders zijn,
geen dicht opeengepakte, bange dieren.

Wie komen ons bij watersnood bevrijden
en zelfverzekerd door het wad aanrijden?
De IJslanders, Ardenners, Arabieren?

vrijdag, mei 25, 2007

Bokito


Bokito mooie aap, Bokito zoet.
Een bundel ongetemde oerwoudkracht.
En toch, je bruine ogen staan zo zacht.
Wat deed je fout met die Lombroso snoet?

Ik druk mijn hand tegen de ruit. Jij doet
hetzelfde aan de binnenkant en lacht,
de zilverrug die altijd op me wacht.
Mensaap en aapmens zijn van eender bloed.

Ze staat er weer, het witte kale wijfje.
Al is mijn harem groot, ze mag erbij.
Kom bij je alfaman, hier hoor en blijf je.

Ons nageslacht zal buitelen en stralen.
Ik trek mijn groetgezicht: Kom nu bij mij.
Ik spring mijn reuzensprong. Ik ga haar halen.*


* De bezoekster had een verbrijzelde hand, een gebroken pols en onderarm en talloze bijtwonden.

donderdag, mei 24, 2007

Lenny de Blenny

Een blenny is een slijmvis, die in een lege kokerworm op de zeebodem leeft:


‘k Woon in een koker en heet Lenny.
Ik ben geen slijmbal maar een blenny.


Neel barbeel

De dame met de sik, dat ben ik. Het is een namelijk een tast-graaf-zoek sik. Ik kronkel ermee over het zand als een soort voelsprieten. Zo zoek ik krabbetjes, wormen en garnalen die zich in het zand verstopt hebben. Als ik zo’n lekker beestje vind, ga ik het met mijn sik opgraven. Ik zwem meestal in een school met andere barbelen en mijn schoolvrienden helpen me graven. Dat gaat makkelijker met zijn allen. Als we het krabbetje of de worm gevonden hebben, moeten we het wel delen, daar ben je ten slotte vrienden voor.
Weet je wat gemeen is? Soms komt er een vreemde vis in onze school mee zwemmen en probeert een garnaaltje dat we uitgraven, af te pikken.

We zijn barbelen, van die gele.
We zullen altijd alles delen.

Een hoofdstuk uit het kinderboek 'Lenny de Blenny' dat deze maand mei bij uitgeverij Nillsson & Lamm verschijnt. Teksten van mij, foto's van de internationaal bekende en bekroonde onderwaterfotograaf Dos Winkel.






Kinderboeken




Pa heeft zijn veren ingevet

en roeit flink met zijn vlerken. Jeetje,

hij krijgt een vaart als een raket.

Een pinguïn is zijn eigen sleetje.



Deze week verschijnen twee kinderboeken van mij (tekst) en Dos en Bertie Winkel (fotografie) bij Nilsson & Lamm. In Knuffie op pad wordt over de omzwervingen van een jonge keizerspinguïn op de zuidpool verteld in versjes (vijfvoetige kwatrijnen met veel dubbelrijm). Dos en Bertie Winkel zijn natuurfotografen met veel boeken en prijzen en internationale exposties op hun naam. Het viel niet mee om bij de unieke, maar statische foto's een verhaal te schrijven, maar ik ben nogal tevreden over het resultaat. Ook biologisch gezien klopt het boekje helemaal. Knuffie wordt in een crèche gestald als zijn ouders uit vissen gaan (inderdaad past dan een vreemde moeder of vader op de kuikens), loopt weg. maakt allerlei avonturen mee, ontmoet mensen en andere pinguinsoorten. En komt tenslotte weer veilig bij zijn ouders terug.






Posted by Picasa