Hij maakt een bommetje, steekt zijn flambard
vooruit het water in, tot schrik der vissen.
De pelikaan wil schubbers op zijn dis en
vouwt kwiek zijn grote schepnet uit, vangklaar.
De kamikazevlieger, hengelaar,
moet elke vogelelegantie missen.
Te groot, te lomp. Hij kan slechts brrren, sissen
en zit op havenpaaltjes, een clochard.
Gedobber in de pelikanenpoel
in Artis is voor hem geen levensdoel.
Hij vluchtte, kreeg de bijnaam Snelle Pelle.
Hij vloog in een ruk door naar Hindeloopen.
Bewoners gingen visjes voor hem kopen.
Van mij krijgt hij een kleine immortelle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten