dinsdag, mei 11, 2010

Hersenspoeling


Er was iets vreemds met Arend, ’k wist niet wat.
Het kozen duurde altijd maar heel even.
Plots deed hij koel, of ik iets had misdreven.
Zijn stemming draaide om als espenblad.

Ik moest naar huis vond hij, hij was me zat.
Dan streelde, kuste hij me weer, gedreven.
Zo ging het op en neer. Dit zielenleven
begreep ik niet: het spel van muis en kat?

Het slot van ’t lied was altijd in mineur.
Ik huilde desolaat en opgebrand
en Arend bracht me zwijgend naar de deur.

Ik werd gehersenspoeld, denk ik nu af en toe.
Dat leerde hij in ’t leger als sergeant.
Maar ’k bleef verliefd tot aan gekwordens toe.



View My Stats

Geen opmerkingen: